Verhaal over twee jongetjes, de zoon van een kasteelheer en de zoon van een stalknecht. Zij zijn even oud, raken bevriend, de een verveelt zich, de ander moet werken in de stal. Zij gaan samen op stap, treden op om geld te verdienen met een aapje en een hond, worden door een groep zigeuners (getekend als ongure typen) meegenomen, ontmoeten een aardig kruidenvrouwtje en komen ten langen leste weer bij hun ouders thuis. Daarna komt de arme stalknecht bij zijn adellijke vriend op het kasteel wonen. Een zeer gedateerd, romantisch wensvervullend verhaal, geschreven in een wat gedragen stijl en verouderde taal (naamvallen, 'van den' enz.). De zwart-wit tekeningen op de linkerpagina sluiten aan bij de tekst op de rechterbladzijde.
Uitgeverij Stichting Elegantier. Paperback. 131 blz. Nur 600 Non fictie